Posts tonen met het label verdienen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verdienen. Alle posts tonen

vrijdag 9 september 2016

Making green business tijdens de GreenTech Week 1-7 oktober 2016

Bron: GreenTech Week

Van zaterdag 1 tot en met vrijdag 7 oktober 2016 vindt in Oost-Nederland voor de derde keer de GreenTech Week plaats. Verschillende organisaties organiseren tijdens deze week activiteiten gericht op innovatieve en duurzame technieken. Van congressen en lunchsessies tot inspiratiebijeenkomsten en workshops. Met het doel om binnen de green business nieuwe zakenpartners te vinden, te inspireren en te innoveren.

Inmiddels is het volledige programma met activiteiten bekend! Kijk op GreenTech Week en meld u aan voor één van de vele activiteiten. Zo organiseert tijdens de eerste dag van de GreenTech Week, op zaterdag 1 oktober, Industriepark Kleefse Waard in Arnhem een open dag en vinden er op het terrein verschillende evenementen plaats. U kunt een volledige biobased woning bekijken en er is een Techniekdag voor jongeren.

GreenTech op grote hoogte
Als officiële opening van de GreenTech Week stijgen op 1 oktober rond 17.00 uur in Arnhem, en hoogstwaarschijnlijk vanaf het industriepark, vier luchtballonnen op. In iedere luchtballon zit een gevarieerd gezelschap van studenten, ondernemers, bestuurders en sponsoren om gedurende de ballonvaart te brainstormen over een specifieke hulpvraag van een innovatieve ondernemer. Bent u die innovatieve ondernemer en wilt u uw hulpvraag graag op grote hoogte voorleggen aan een breed gezelschap? Stuur dan een mail naar info@greentechweek.nl

Over de GreenTech Week
De GreenTech Week stimuleert het ombuigen van de richting van de technologische vooruitgang naar groene groei. Doel is ondernemers, overheid en kennisinstellingen te helpen bij het opzetten van duurzame projecten en nieuwe businessmodellen om groener te produceren, consumeren, financieren en organiseren. De GreenTech Week is een initiatief van: Stichting Kiemt, VNO-NCW Midden, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Centre for Biobased Economy. Daarnaast haken diverse partijen in de regio aan als sponsor of partner.

vrijdag 16 oktober 2015

Verschillende ambities voor circulaire economie tijdens de presentaties in de Green Tech Week 2015 #GTW15


Op woensdag 7 oktober is de bijeenkomst geweest over circulaire economie, binnen de Clean Tech Week in Oost Nederland. (#GTW15 om alles via twitter eens terug te lezen) Een week waarin we laten zien wat de regio te bieden heeft op duurzaamheidsthema's, producten en bedrijven, met als doel elkaar te inspireren en te verbinden naar een duurzame levensstijl.


Het circulaire economie thema is gehouden op een wel zeer expliciete locatie, namelijk een vuilverbranding AVR in Duiven. Daar waar circulaire economie draait om het hergebruik aan het einde van de product life cycle, wil je natuurlijk voorkomen dat het uiteindelijk thermisch gerecycled, ofwel verbrand wordt. Waarom dan toch deze locatie? Wie is er al eens geweest in een verbrandingsinstallatie voor huis en industrieel afval? Het af en aan zien rijden van grote vrachtwagens die afval storten in een grote bak en van daaruit met een grote grijper gestort worden in de verbrandingsoven maakt wel indruk.
Tijdens deze bijeenkomst zijn er duidelijk verschillende invullingen te horen over het thema circulaire economie, variërend van hergebruik van restwarmte tot het betalen voor gebruik in plaats van bezit.

Thermische recycling: De AVR Duiven is vooral gericht op het verbranden van huishoudelijk en bedrijfsafval. Omdat er zo veel verbrandingscapaciteit is in Nederland is er een lage verwerkingsprijs in de markt en wordt afval uit ons omringende landen ingekocht om vooral het eindproduct (warmte en electriciteit) te kunnen blijven leveren volgens langjarige contracten. De warmte  die vrij komt tijdens de verbranding wordt voor de stadsverwarming van Arnhem gebruikt. Uiteraard is hiervoor alleen een behoefte in de koudere maanden. Als er geen warmtebehoefte is, wordt de warmte omgezet in de productie van stoom waarmee via turbines elektriciteit wordt geproduceerd.
Aan het einde van het verbrandingsproces worden de asresten (slakken) extern gezuiverd door het verwijderen van metalen (ferro en non-ferro) en ingezet als vulstof in bijvoorbeeld betonproducten. De verbrandingsgassen worden gefilterd, wat er uit de schoorsteen komt is dan ook vooral waterdamp ontstaan uit het vocht aanwezig in het afval. Nederland heeft een koploper positie als het gaat om "thermische recycling", waarbij veel landen nog gewoon het afval storten of verbranden zonder hergebruik van de thermische energie. AVR Duiven is aan het onderzoeken of de elektrische energie uit gemeentelijk afval, ook kan worden teruggeleverd aan deze betreffende gemeente, om zo lokale betrokkenheid te versterken.


Hergebruik: Veel van ons textiel (kleding bijvoorbeeld) wordt weg gegooid in de grijze afvalstroom. Texperium in Haaksbergen ziet echter goede mogelijkheden om textielvezels uit de textiel terug te winnen. Deze vezels worden bijgemengd met nieuwe vezels en gesponnen tot een draad. Met deze draad kun je dan weer nieuwe textiel producten maken. Maar is dit wel interessant om te doen? Dat is het wel, want 30 procent van alle geproduceerde textiel wordt namelijk nooit verkocht in de winkel en gaat zo de vernietiging in. 30% is te hergebruiken door export of kringloopwinkels en 30% heeft als grondstof een hergebruik waarde. En als je kijkt naar de ecologische belasting van katoen productie op de omgeving, dan is die enorm. Zeer grote hoeveelheden water, chemicaliën, transport en dubieuze confectie ateliers in derde wereldlanden onder discutabele omstandigheden.
Texperium zet in op hergebruik van deze textielvezels naar nieuwe hoogwaardige en modieuze toepassingen in producten, een te korte vezel zal laagwaardiger worden hergebruikt als bijvoorbeeld geluidsdempende bekleding in een auto of vaatwasser. Heeft u oud textiel, lever het dus aan bij een inzamelingspunt en niet in de grijze container aub.

Cradle 2Cradle (C2C): Bij deze manier van kijken wordt er vooral gelet dat er een minimum aan materialen en materiaalsoorten worden gebruikt in producten. Daarnaast is er een focus op het makkelijk scheiden van de verschillende grondstoffen aan het einde van de levenscyclus. Chiel Bekker, oprichter van BB-Lightconcepts heeft veel ervaring met het ontwikkelen van duuzame LED verlichting voor openbare ruimten. Het is vooral het maken van keuzes in het ontwerp en de materialen en het weglaten van materialen die niets toevoegen. Ook het verlijmen of versmelten van verschillende materialen is not done. Chiel geeft heel duidelijk aan dat dit alleen interessant is als er wordt gekeken naar de totale kosten van het gebruik over de totale levensduur. Vaak wordt gekeken naar de initiële aanschafkosten, en dan zijn C2C producten veel te duur, maar als je kijkt naar bijvoorbeeld minder energieverbruik over een periode van 15 jaar en een restwaarde in de gebruikte materialen, dan draait de keuze om. Overheden krijgen dit langzaam door en met het C2C gecertificeerde product gaan steeds meer deuren open. Dat betekend dat je producten moet ontwikkelen waarbij je voor 15 jaar garantie kunt geven op levensduur en energieverbruik. En dat is best wel lang!
  
Mission Zero: Interface uit Scherpenzeel legt de lat nog hoger, namelijk naar een bedrijfsdoelstelling waarbij voor 2020 geen nieuwe materialen worden gebruikt en ook wordt voorzien in energie neutraal bedrijf. En dan praten we over het product tapijttegels, wie kent ze niet. Oude tapijttegels worden gratis terug gehaald naar de fabriek en verwerkt tot nieuwe tapijttegels, dat is inclusief de bitumen onderkant. Dat klinkt simpel maar is het allerminst, er zijn speciale machines ontwikkeld om materialen te scheiden. Daarnaast wordt er voor de huidige generatie tapijttegels vooral gekeken naar de natuur om van daaruit slimme features aan het product toe te voegen, met een moeilijk woord "biomimicry". Kun je, net zoals een lotusplant, zorgen dat vuil zich niet hecht aan het tapijt en dat het makkelijk los laat van het materiaal? Kun je op basis van de kleefkracht van een Gekko de tapijttegels vast leggen op de vloer zonder gebruik van lijm? Hierbij wordt gezocht naar slimme oplossingen over de gehele product levenscyclus, inclusief de energie voor stofzuigen bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er diverse maatschappelijke projecten zoals "The ripple effect"

Einde van het eigendom: Als consument koop je producten, gebruik je deze en lever je deze vervolgens weer in voor verwerking en hergebruik. Maar wat als je niet de eigenaar meer bent van deze producten, maar de gebruiker. RACE is hiermee actief en werkt naar nieuwe business modellen voor een gebruiks-economie. Er zijn al een aantal voorbeelden al lang in de markt actief. Een erkend voorbeeld is het gehuurde copier apparaat op basis van het jaarlijks aantal kopieën, inmiddels goed ingeburgerd in de zakelijke markt. Voor de particuliere markt zijn er gelijksoortige initiatieven. Zo kun je tegenwoordig spijkerbroeken leasen, een broek gaat circa 2 jaar mee en in die tijd betaal je voor het dragen. Na de twee jaar lever je de broek in en wordt deze verwerkt tot nieuwe spijkerbroeken. Of  bijvoorbeeld de wasmachine, je betaald per wasbeurt maar krijgt een wasmachine op basis van de gezins samenstelling. Gaan de kinderen uit huis, dan komt er een kleinere wasmachine. De fabrikant repareert de wasmachine en zet deze opnieuw in, hergebruikt onderdelen of gaat deze recyclen tot nieuwe producten. U heeft het optimale gereedschap voor het doen van de was. Lijkt ook ideaal voor andere convenience goederen.

Conclusie van een inspirerende middag:
Na deze middag kunnen we de een aantal conclusies trekken waarbij iedereen als bedrijf of persoon, op zijn eigen manier en kunnen, een bijdrage kan leveren aan de circulaire economie. Belangrijk is de bewustwording dat het anders kan en anders moet. We kunnen niet op deze manier door gaan met consumeren. Ik hoorde dat er gemiddeld minder dan 6 maanden zit tussen de winning van een grondstof en het einde van het gebruik ergens in een verbrandingsoven of vuilstort. Dat kan gewoon niet meer, onze planeet is te klein voor deze a-sociale manier van consumeren, we moeten consu-minderen, hergebruiken, terugwinnen en een lange termijn visie voor ogen houden.
Je kunt geen duurzame oplossing kiezen als je niet verder wilt kijken dan 18 tot 24 maanden voor een investering. Je kunt geen duurzame oplossing kiezen als je alleen maar kijkt naar de initiële (aanschafkosten), elke LED-lamp is immers duurder dan de gloeilamp.
Je moet kijken naar goed ontworpen producten die geschikt zijn voor een betaalbare reparatie, die makkelijk zijn te demonteren in herbruikbare grondstoffen en een gebruik kennen van 10 tot 15 jaar.

Je hoeft het wiel niet zelf uit te vinden, er zijn voorbeelden en kennis te vinden, de sprekers van deze middag zijn meer dan willend hun ervaringen, visie en netwerk te delen met belangstellenden. Organisaties en overheden kunnen helpen met materiaalkeuze, alternatieve technische oplossingen, inzamel programma's, verdienmodellen en nog veel meer. Ga met elkaar in gesprek en wakker het vuur aan . . . . .

Foto's van de middag zijn HIER terug te vinden. Ik deze presentatie aanbevelen mocht u meer willen weten.

donderdag 12 januari 2012

Duurzaamheid loont echt voor bedrijven


Bron: MT, Management Team Dhr. Peter Boerman d.d. 29-12-2011

Het is al vaak beweerd. Maar nu is het ook wetenschappelijk bevestigd: duurzaamheid integreren in de bedrijfsvoering kóst geen geld, maar levert juist meer op.

Althans, die conclusie mag je wel trekken uit The Impact of a Corporate Culture of Sustainability on Corporate Behavior and Performance, een recent rapport van de Harvard Business School (), waarvoor 180 bedrijven zijn bestudeerd: 90 duurzame 'koplopers' (bedrijven die sinds het begin van de jaren 90 aan duurzaamheid doen), en aan de andere kant 90 bedrijven die pas recent met het thema aan de slag zijn gegaan. De prestaties van deze bedrijven zijn ook gerelateerd aan de SAM/Dow Jones Sustainability Index.

Aandelenmarkt
De belangrijkste bevinding van de onderzoekers was dat over een periode van achttien jaar de duurzame koplopers (High Sustainability firms) significant beter presteerden dan de achterblijvers (Low Sustainability firms), zowel op de aandelenmarkt als in de boekhouding. Sterker nog, duurzame koplopers:
1. Scoorden 4,8 procent hoger op de aandelenmarkt
2. Lieten minder koersschommelingen zien, zijn dus stabieler en
3. Behaalden een betere ROA (return on assets) dan de low sustainability-groep

Andere belangrijke conclusies uit het onderzoek waren:
a. Koplopers hebben een betere governance-structuur om duurzaamheid te managen
De Harvard-onderzoekers bekeken ook of het bestuur formeel de verantwoordelijk draagt voor de duurzaamheidsstrategie en in welke mate de initiatieven uit het topmanagement verbonden zijn aan factoren die je met enige goede wil kunt scharen onder de noemers People en Planet. Het blijkt dat de high sustainability-organisaties vaker beschikken over een governancestructuur, waarbij de verantwoordelijkheid voor duurzaamheid direct bij de het bestuur ligt. Ook maakt duurzaamheid bij deze bedrijven vaker deel uit van de prestatie-indicatoren die bepalend zijn voor de beloning van het top management.

b. Koplopers zijn beter in het betrekken van stakeholders
Met behulp van de data van Robeco-dochter SAM hebben de onderzoekers ook gekeken naar hoe de koplopers hun stakeholders betrekken bij het reilen en zeilen van de organisatie. Hieruit bleek dat koplopers hun bedrijfsstrategie en verdienmodel richten op meer verschillende belanghebbenden. Deze bedrijven eigenen zich over het algemeen meer activiteiten toe die zijn gericht op stakeholderbetrokkenheid en initiëren een productievere langetermijndialoog. In vergelijking met de achterblijvers, betrekken duurzame koplopers de stakeholders ook vaker in alle procesfases (zowel vooraf, tijdens als erna).

c. Koplopers hebben een langetermijnhorizon en -investeringsbasis
Door de kwartaalgesprekken te volgen tussen Investor Relations en analisten hebben de Harvard-onderzoekers ook ingeschat wat de tijdslijn is in communicatie naar de kapitaalmarkten. Daarnaast is het verschil berekend tussen het percentage aandelen dat in beheer is van langetermijn- en kortetermijninvesteerders. Daaruit blijkt dat bedrijven met een duurzame bedrijfscultuur zich ook in die gesprekken met analisten meer op de langere termijn richten. Bovendien communiceren duurzame koplopers effectiever over de bedrijfscultuur, de strategie en de langetermijnaanpak, waardoor ze ook meer langetermijninvesteerders aanspreken.

d. Koplopers integreren duurzame informatie in de financiële rapportages
Als laatste onderzochten de Harvard-wetenschappers de verslaggeving van de betrokken bedrijven. Hier bleek dat 25,7 procent van de duurzame koplopers sociale informatie in de (financiële) verslagen integreert en 32,4 procent concrete aandacht besteedt aan milieugerelateerde informatie. Niet veel? Misschien niet, maar zet het maar eens af tegen de achterblijvers, waar slechts 5,4 procent sociale informatie in het jaarverslag integreert en 10,8 procent informatie toevoegt die direct aan de milieuprestaties is toe te schrijven.

Cleantech & MVO related links

Enterprise Europe Network - Automotive

Enterprise Europe Network - Energy