woensdag 8 januari 2020

Octrooidatabank te weinig gebruikt

Technisch Weekblad, auteur Christian Jongeneel | donderdag 5 december 2019

Mensen zoeken in octrooiendatabanken om na te gaan of hun vondst misschien al bestaat. Maar er kan zoveel meer mee, bijvoorbeeld ideeën opdoen, de concurrentie in de gaten houden of nieuwe klanten vinden.

In een grijs verleden was Hans Helsloot, tegenwoordig adviseur intellectueel eigendom bij Octrooicentrum Nederland, werkzaam bij een fabrikant van aluminium kozijnen. Het bedrijf wilde op een gegeven moment de kozijnen verlijmen met glas.
‘De ene leverancier adviseerde me lijm A, de andere lijm B’, herinnert hij zich. ‘Ik had onvoldoende technische kennis om te beoordelen welke de beste was. Toen kreeg ik de tip om in de octrooiendatabank te zoeken naar aanvragen voor het verlijmen van glas en aluminium. Zo heb ik de kennis opgedaan om de keuze voor de juiste lijmsoort te kunnen maken.’

Inmiddels adviseert Helsloot al weer zeventien jaar met name mkb-bedrijven over de kennis die uit octrooiendatabank Espacenet (zie kader) te halen valt. Mensen zijn geneigd die vooral te zien als de plek waar je moet checken of jouw vondst echt nieuw is. Maar juist dat is er zonder hulp van een specialist ontzettend moeilijk uit te halen, terwijl er met veel meer gemak een schat aan kennis te vinden is om op andere manieren in te zetten.

Tekentafel
‘Veel ondernemers kennen hun markt en denken dat ze daarom ook weten welke technologie daarin bestaat’, zegt Helsloot. ‘Dat is echt een grote misvatting. Er is een veelvoud aan technologie, allemaal te vinden in de octrooiendatabank. Bijvoorbeeld technologie die nooit op de markt gekomen is, of waarvan het octrooi nog niet is toegekend, of wél toegekend maar die nog niet geproduceerd is. Wie wil weten hoe de opvolger van de Senseo eruit gaat zien, moet niet in de winkel zijn, maar in octrooidatabanken.’

Het grootste misverstand is dat je in de octrooiendatabank vooral informatie vindt die je toch niet mag gebruiken omdat ze beschermd is. Het tegendeel is het geval: 99 procent van de kennis is vrij toepasbaar in Nederland en de meeste andere landen. Daar kunnen ontwerpers veel aan hebben. Een technische tekening die iemand bij een afgewezen octrooiaanvraag heeft gedaan, bijvoorbeeld, kan misschien wel een paar dagen puzzelen op de tekentafel schelen.

Helsloot maakt het regelmatig mee dat mensen andermans werk overdoen. ‘Ik heb een startup meegemaakt die een apparaatje voor astmatici wilde maken dat je aan je smartphone kon koppelen’, vertelt hij. ‘Je moest blazen en dan vertelde een app je van alles over je gezondheid. Ze hadden de software al bijna klaar, toen ze erachter kwamen dat dit een paar keer eerder was uitgevonden. Dat hadden ze met wat simpel zoeken kunnen voorkomen. Dit bedrijf is gestopt. Maar zelfs ervaren octrooiaanvragers vergeten wel eens in de database te zoeken, voordat ze een ontwikkeltraject in gaan.’

Business Intelligence
Wie een octrooi aanvraagt, krijgt een tijdelijk monopolie op de vondst, maar moet in ruil daarvoor zijn technologie openbaar maken. Voor bedrijven is de octrooiendatabank dus een uitgelezen instrument om in de gaten te houden waar de concurrentie mee bezig is. Het is zelfs mogelijk om een melding te krijgen als een bepaald bedrijf een nieuwe aanvraag heeft gedaan.

Helsloot: ‘Ik ken een aantal branches, zoals kassenbouwers en fabrikanten van schokdempers, die elkaars technologie op deze manier nauwgezet volgen. Maar in zijn algemeenheid wordt er nauwelijks gebruik van gemaakt.’

Om deze legale manier van bedrijfsspionage tegen te gaan, proberen bedrijven hun octrooien soms te verstoppen, bijvoorbeeld door ze in een apart bedrijf onder te brengen. Via de naam van de uitvinder, de registratie van een merknaam of in het octrooi genoemde verwante technologie valt de echte eigenaar soms toch te achterhalen, maar het automatische seintje op basis van aanvragend bedrijf werkt dan dus niet.

Asfalt
Uit de database valt veel meer te halen dan technische kennis, benadrukt Helsloot. ‘Stel, bijvoorbeeld, dat je technologie ontwikkelt met de bedoeling die later te verkopen aan een multinational. Door te kijken in welke landen die multinational verwante octrooien heeft geregistreerd, kun je zien aan welke markten hij het meeste belang hecht. Aan de hand daarvan kun je dan bepalen in welke landen je jouw technologie wilt octrooieren.’

Helsloot: ‘Er zijn echt veel toepassingen voor de database die met name bij het mkb onbekend zijn. Misschien vind je wel een goede samenwerkingspartner om technologie verder mee te ontwikkelen, of een specialist die je zou willen inhuren. Grote bedrijven hebben vaak aparte afdelingen voor technische ontwikkeling en octrooibescherming. Kleinere kunnen zich dat niet veroorloven. Maar ze zouden zich wel vaker kunnen realiseren dat ze gebruik kunnen maken van veel kennis die gratis toegankelijk is.’

Meer informatie, onder meer over gratis workshops om te leren zoeken in octrooidatabanken, is te vinden via www.rvo.nl/octrooiagenda

Octrooiendatabank Espacenet
De gratis toegankelijke octrooiendatabank Espacenet bevat 110 miljoen publicaties. Daaronder zijn ongeveer 200.000 actieve octrooien. De rest is vrij toepasbare kennis. Het octrooi is bijvoorbeeld verlopen, niet toegekend of alleen geldig in andere landen. Een belangrijke beperking is dat octrooien pas 18 maanden na indiening worden gepubliceerd. In ‘drukke’ vakgebieden kan het dus lijken alsof een vondst nieuw is, terwijl de concurrent zijn aanvraag twee dagen eerder heeft ingediend. Daar kom je dan pas na anderhalf jaar achter.

De database valt op diverse manieren te doorzoeken, zoals namen van indieners en trefwoorden uit titel en samenvatting. Omdat veel aanvragen (bewust) abstract geformuleerd zijn, levert dat echter maar een fractie van de relevante octrooien op. Wie systematisch wil kunnen zoeken, moet thuis zijn in het systeem van ongeveer 200.000 classificatiecodes, waarvan iedere vondst er één of meer heeft. Wie één relevant octrooi gevonden heeft, kan vaak op basis van de bijbehorende classificatiecode verwante octrooien vinden.

In duidelijk afgebakende gebieden, zoals ‘Wielen voor landbouwvoertuigen’ kun je ervan uitgaan dat alles onder code B60B te vinden is, maar in nieuwere, allicht ook dynamischere, vakgebieden zoals het Internet of Things, kunnen vondsten afhankelijk van de details, onder verschillende codes in het systeem belanden.

Cleantech & MVO related links

Enterprise Europe Network - Automotive

Enterprise Europe Network - Energy