Frankrijk: uitslag eerste Franse tender offshore wind bekend

Bron: Website Agentschap NL

De Franse overheid heeft bevestigd dat er tenders zijn toegewezen voor de bouw van nieuwe windmolenparken voor de Franse Noord-Westkust.
De tenders zijn toegekend aan de volgende bedrijven:
- Het consortium dat wordt aangestuurd rond EDF en Alstom heeft drie zones toegewezen gekregen:
Saint-Nazaire (Loire-Atlantique),
Courseulles-sur-Mer (Calvados) en
Fécamp (Seine-Maritime)
- Het consortium rond Iberdrola en Areva heeft de tender voor de zone Saint-Brieuc toegewezen gekregen
- De tender voor de zone Le Tréport is niet toegekend. Voor deze tender had zich slechts één kandidaat gemeld, het consortium geleid door GDF.

De Franse minister van industrie Eric Besson, heeft aangekondigd dat er dit jaar een nieuwe ronde tenders voor windmolens op zee zal komen. De windmolens zullen een totale capaciteit van 3.000 megawatt hebben.
Meer informatie:

Persbericht van het ministerie van industrie: 6 Avril 2012: Désignation des lauréats du premier appel d'offre "éolien en mer"

Duitsland: aandeel windenergie groeit spectaculair

Bron: Website Agentschap NL
In 2011 zijn in Duitsland 22.300 windmolens geïnstalleerd. Daarmee heeft het land 23 procent meer windkrachtcapaciteit dan in 2010.
Geen andere energiebron groeide in 2011 sterker. De windoogst viel 9 miljard KWh hoger uit dan in 2010. Met 46,4 miljard KWh aan geproduceerde elektriciteit had windkracht in 2011 een aandeel van 7,6 procent op de Duitse elektriciteitsvoorziening. Dit is genoeg om 13 miljoen huishoudens van elektriciteit te voorzien.

Dynamisch en kansrijk
Onshore zijn in 2011 windmolens met een capaciteit van twee conventionele (kolen) krachtcentrales gerealiseerd. En deze trend zet door. Op zee zijn twee windparken in aanbouw. Daarnaast zijn nog eens 30 offshore windparken gegund. Duitsland behoort daarmee de komende tien jaar tot de meest dynamische, en zeker ook voor de Nederlandse offshore sector, kansrijke markten ter wereld.

Meer informatie:
Nederlandse ambassade te Berlijn
Economische afdeling
Contactpersoon: Julian Wolff
Telefoon: +49 30 2095 6213
E-mail: berlijn-ea@trade-minbuza.nl
Internet: www.niederlandeweb.de
Erneuba
Bundesministerium für Umwelt, Natur und Reaktorsicherheit: Erneuerbare Energien 2011 (pdf)

Vooruitgang in energie innovatie aangetoond in Nederland

Bron: Website Agentschap NL
Het programma Duurzame Energie Nederland (DEN) en de Energie Onderzoek Subsidie (EOS) hebben de afgelopen tien jaar aantoonbaar positief bijgedragen aan de verbetering van de kennispositie in Nederland en de toepassing van nieuwe energietechnologieën. Dat is één van de hoofdconclusies van de evaluatie van deze twee ‘lange termijn instrumenten voor verduurzaming’. Ecofys voerde de evaluatie uit in opdracht van het ministerie van EL&I.
Doel van het onderzoek was naast het afleggen van verantwoording over de behaalde resultaten, het inventariseren van geleerde lessen die van belang zijn voor toekomstig energie-innovatiebeleid. De hoofdconclusies zijn:

DEN en EOS hebben bijgedragen aan een betere kennispositie in Nederland en de toepassing van nieuwe energietechnologieën;
- Een groot deel van de uitgevoerde projecten heeft een vervolg gekregen
- Over het algemeen zijn de middelen van de programma’s doelmatig ingezet 
- Op het gebied van het monitoren van de effectiviteit van beide programma’s is er sprake van verbeterpunten

Technologische vooruitgang
Een van de bevindingen van het onderzoek is dat de inzet van EOS en DEN-middelen heeft geleid tot aanwijsbare technologische vooruitgang in Nederland. Bijvoorbeeld op het gebied van de ontwikkeling en bouw van machines voor de productie van zonnecellen. Ook op het gebied van het opwekken van energie uit biomassa is op een aantal terreinen – vergisting, vergassing en torrefactie – flinke technologische winst geboekt. Op dit terrein is een duidelijke verschuiving zichtbaar van onderzoek naar demonstratie in de praktijk. Op het gebied van windenergie is vooral vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van ondersteunende diensten en producten. Bijvoorbeeld als het gaat om aerodynamica en geïntegreerde ontwerpsoftware.

Aanbevelingen
Een van de aanbevelingen van het onderzoek is om door te gaan met het subsidiëren van energieonderzoek. Daarbij is het wel van belang om voor toekomstige programma’s de wijze van monitoring en evaluatie beter in te richten. De monitoring van beide programma’s is sterk gericht geweest op de financiële verantwoording van de opdrachtuitvoering en veel minder op de effectmeting van de uitgevoerde projecten. Voor de toekomst is het van belang om bij aanvang duidelijke doelen en subdoelen te definiëren van zowel het programma als de projecten. Dat maakt het gemakkelijker de voortgang te meten en waar nodig bij te sturen.

Meer informatie
Ex-post evaluatie van energie-innovatieprogramma’s